Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij oordeelt [21]naar het vlees; Ik [22]oordeel niemand. 21. Dat is, naar den uiterlijken schijn, in welken gij mij als een mens alleen aanziet. 22. Namelijk gelijk gij; of, in dezen tegenwoordigen tijd. Want anderszins heeft de Vader den Zoon alle oordeel gegeven; hfdst.5 vs.22.